Lesdoelen
- De leerlingen verkennen wat een thuis betekent voor zichzelf.
- De leerlingen verkennen wat een thuis kan betekenen voor anderen.
- De leerlingen onderzoeken wat je kan doen om iemand zich thuis te laten voelen.
Vaardigheden
- Filosoferen
- Reflecteren
Eindtermen
Lager
Mens en maatschappij
MM 1.1 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.
Nederlands
NL 2.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze: aan leeftijdsgenoten over zichzelf informatie verschaffen.
NL 2.5 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden.
Sociale vaardigheden
SV 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.