Vaardigheden
- Argumenten geven
- Creatief denken
- Filosoferen
- Kennis opbouwen
- Systeemdenken
Eindtermen
Kleuters
Nederlands
NL 2.1 De kleuters kunnen een voor hen bestemde mededeling en/of verhaal zo (her)formuleren, dat de inhoud ervan herkenbaar overkomt.
NL 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.
NL 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening ... in concrete situaties.
Wetenschappen en techniek
WT 1.3 De kleuters kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur.
WT 1.13 De kleuters tonen een houding van zorg en respect voor de natuur.
Mens en maatschappij
MM 1.3 De kleuters tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen in eigen mogelijkheden.
MM 1.5 De kleuters kunnen bij anderen gevoelens van bang, blij, boos en verdrietig zijn herkennen en kunnen meeleven in dit gevoel.
MM 1.6 De kleuters weten dat mensen eenzelfde situatie op een verschillende wijze kunnen ervaren en er verschillend kunnen op reageren.
MM 1.7 De kleuters kunnen een gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
Muzische vorming
MV 1.5 De kleuters kunnen impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken en vinden.
MV 3.2 De kleuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden.
MV 6.5° De kleuters kunnen genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de zelfexpressie in ‘kunstwerken’.