“Welke lesinhoud kan ik geven tijdens een boerderijbezoek?”

“Een bezoek aan de boerderij nodigt uit om met je leerlingen in gesprek te gaan over de verhouding tussen enerzijds de behoefte aan gezonde voeding en anderzijds de impact die we hebben als we te veel voeding consumeren of – erger – weggooien. De leerlingen steken samen met de boer of boerin de handen uit de mouwen en krijgen inzicht in hoe hard die elke dag moet werken, welke middelen je nodig hebt om groenten te laten groeien en welke voeding de dieren op de boerderij zoal eten.”

“Daarna kan je met hen gaan systeemdenken: wat als we nu regelmatig eten zouden weggooien thuis? Wat zijn daarvan de gevolgen voor natuur, de boer of jezelf? Zo kan je samen met hen in beeld brengen hoe mensen op positieve en negatieve wijze kunnen omgaan met hun omgeving en het milieu in het algemeen.”

"In het vijfde leerjaar komt 'recht evenredige prijsverhouding' aan bod, wat niet voor iedereen eenvoudige leerstof is. De boerderij die we elk jaar bezochten, had gelukkig een hoevewinkel. Daardoor konden we de leerstof inoefenen in een reële situatie. De leerlingen kregen een portefeuille en mochten zelf inkopen doen voor het avondeten. Ze moesten de prijs berekenen bij de hoeveelheden die ze kochten.”

“Daarnaast leren ze ook over economische begrippen zoals inkoopprijs, verkoopprijs, winst en verlies. Dat zijn zeer abstracte termen die we concreet maakten tijdens een activiteit rond korte en lange keten. In beide scenario’s legden we de schakels tussen boer en consument bloot en de mate waarin boeren een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. We onderzochten de vraag: wat als er geen supermarkten waren, maar enkel hoevewinkels? Welke impact kan dat dan hebben op de verkoopprijs en de winst of het verlies voor de boer?”

“In de boerderij kunnen ook heel wat wiskundige begrippen tot leven komen. Als we over kijklijnen praatten, dan mochten de leerlingen plaatsnemen op een tractor om hun blikveld te bepalen. Tijdens de les over ruimtemeetkunde gingen de leerlingen op zoek naar ruimtefiguren op de boerderij, zoals balken, cilinders en kubussen. En tijdens de sessie schaal berekenen, haalde ik een minitractor uit mijn zak en mochten ze berekenen hoe die miniversie zich verhield tot de echte tractor.”

“De leerlingen konden op een bepaald moment ook de boer helpen om te berekenen hoeveel mest die nodig had voor zijn land. Dan deelde ik verschillende meetinstrumenten uit, zoals een vouwmeter of een fietswiel – of ze moesten de grond letterlijk afstappen om de lengte en de breedte te bepalen. Vervolgens berekenden ze de oppervlakte van het L-vormige veld. Toen de boerin tot slot vertelde hoeveel mest ze nodig heeft voor 1 hectare, maakten de leerlingen vervolgens de berekening voor dat perceel Het nut van oppervlakteberekening in de landbouw werd hier duidelijk."

Werken jij en je collega’s net als Wendy ook graag projectmatig rond een thema? Ben je op zoek naar extra inspiratie of ideeën om je projectweken nieuw leven in te blazen? Boek dan de begeleiding ‘Aan de slag met projectmatig werk’.