Global Education, zoals voorgesteld in “The European Declaration on Global Education to 2050, de zogenaamde Dublin Verklaring, overstijgt de verouderde tegenstelling tussen WBE en EDO (2). Global Education is een koepelbegrip dat een brede waaier aan educaties omvat, die allemaal vertrekken vanuit de wens tot maatschappelijke verandering en educatie als transformatieve factor en mensenrecht. Onder Global Education krijgen WBE, EDO, mensenrechteneducatie, vredeseducatie, enz. allemaal een evenwaardige plek in het nastreven van een wereld met meer sociale en klimaatrechtvaardigheid, vrede, solidariteit, gelijkheid en gelijkwaardigheid, planetaire duurzaamheid, internationaal begrip, respect voor diversiteit, inclusie en mensenrechten.
Omwille van de grote overlap, het gemeenschappelijke doel en het transformatieve karakter van beide kaders, pleit Djapo dus voor verrijkende samenwerking tussen WBE en EDO-actoren: praktijkexperten, academici en beleidsactoren. Het concept Global Education laat toe om de blik van territoriale afbakening tussen WBE en EDO te verleggen naar de essentie van de zaak: de transformatieve rol van WBE, EDO maar ook van andere educaties in een context van steeds complexere crisissen en uitdagingen.
Bovendien dwingt de complexiteit van maatschappelijke vraagstukken ons tot samenwerking en uitwisseling, niet tot territoriale afbakening. Vitale partnerschappen tussen educatieve actoren, maar ook met andere sectoren, zijn een noodzakelijkheid en een ethische plicht.
De focus op de complexiteit van maatschappelijke uitdagingen maakt bovendien duidelijk dat enkel samenwerking tussen educatieve actoren niet volstaat. We leven in een VUCA-wereld (Volatiel, Onzeker, Complex, Ambigu), volgens sommigen zelfs een BANI-wereld (Broos, Angstig, Non-lineair, Onbegrijpbaar) (3). Educatie speelt een belangrijke rol op weg naar duurzame ontwikkeling zoals uitgedrukt in SDG 4.7, maar het acroniem BANI maakt duidelijk dat we in de transitie naar die meer duurzame en rechtvaardige wereld, over sectoren en silo’s heen moeten werken om een nieuw soort expertise te ontwikkelen. We hebben nood aan vitale coalities tussen spelers in de transitie-arena die zich engageren om samen een complex probleem op te lossen of uitdagende kansen te grijpen, op een ondernemende manier, vanuit de vaststelling dat we het alleen niet kunnen, met de intentie om dit op langere termijn vol te houden (4). WBE en EDO zijn in deze twee pedagogische stromingen die veel overlap vertonen en wiens pedagogische expertise een impuls aan het transitieverhaal kan bieden.